Achter de schermen van de Hortus staat het Kweekhuis, een plek die niet toegankelijk is voor ons publiek, maar waar soms de mooiste verhalen te vertellen zijn. Het Kweekhuis is het kloppend hart van de tuin. Hier worden zaden bewaard, en planten opgekweekt en verzorgd tot ze een plaats krijgen in de tuin. Het Kweekhuis is ook een belangrijke plek in onze strijd voor meer biodiversiteit. (Te) vaak is een botanische tuin een laatste toevluchtsoord voor bedreigde plantsoorten. Bijna of volledig uitgestorven in het wild, vinden ze hier manier om te overleven in die omheinde tuinen met zorgzame hoveniers.
De Polhillia curtisiae is een plantje dat voorkomt op slechts een enkele locatie in Zuid-Afrika, op de vlakte van het Renosterveld. Het gebied is door de eeuwen heen door intensieve landbouw overgenomen en inmiddels is er nog maar 5% van de wilde oorsprong over. In 2012 werden hier slechts 28 wilde exemplaren geteld van deze Polhillia. Heel af en toe wordt er nog een extra exemplaar gevonden, maar de soort blijft ‘Kritisch Bedreigd’ volgens de internationale Rode List-criteria.
In 2020 lukte het de Hortus Amsterdam om zeventien planten te kweken uit zaad. De planten gingen zelfs bloeien en nieuw zaad werd geproduceerd. De Hortus is waarschijnlijk de enige instelling ter wereld die momenteel bloeiende planten van deze soort in haar collectie heeft! Deze planten zullen niet allemaal in de collectie van de Amsterdamse Hortus blijven. Enkele zullen binnenkort verhuizen naar andere botanische tuinen zoals de Botanische Gärten Bonn en Kew Royal Botanic Gardens, om daar verder te groeien en zo het risico op verlies van de soort te verspreiden.
Botanische tuinen beschermen kwetsbare natuur
Bedreigde plantensoorten kunnen op meerdere manieren beschermd worden. Waar mogelijk gebeurt dit ter plekke (in situ), bijvoorbeeld door middel van natuurreservaten. Als de oorspronkelijke leefomgeving van de plant grotendeels verloren is gegaan, zoals bij de Polhillia curtisiae het geval is, kan er gekozen worden de planten of zaden ook elders te bewaren, bijvoorbeeld in botanische tuinen (ex situ). Op die manier kunnen de soorten toch nog elders overleven en kunnen we zo hun genenbron helpen bewaren. Zo vormen botanische tuinen een wereldwijd netwerk dat samenwerkt in het behoud van de diversiteit van planten.