Overal ter wereld bepaalt het klimaat hoe planten eruitzien, groeien en overleven. Woestijnplanten slaan water op, tropische soorten gebruiken grote bladeren en klimtechnieken om licht te bereiken, en in de Kaap geeft het klimaat het ritme van rust en voortplanting. Planten zijn perfect aangepast aan hun omgeving, en samen zorgen al die verschillende klimaten voor een ongekende diversiteit. Ontdek de woestijn, de tropen en de Kaap aan de hand van de planten die er leven.
In het tropisch regenwoud is alles in overvloed: water, warmte en voedingsstoffen. Het resultaat is een ongekende groei aan planten, waarbij sommige soorten massaal de hoogte in schieten. De schaduw die dat oplevert, leidt tot een voortdurende strijd om licht. Licht is van levensbelang voor planten. Ze hebben het nodig voor fotosynthese: met behulp van zonlicht zetten ze koolstofdioxide en water om in suikers die ze gebruiken om te groeien.Daarom trekken planten alles uit de kast om uit elkaars schaduw te komen. Om zonlicht te bereiken en te benutten, ontwikkelen planten in het tropisch regenwoud uiteenlopende strategieën. Je ziet de planten bijna letterlijk over elkaar struikelen om dat licht te bereiken; de hoogtegroei is ongekend in de tropen, op die hoge bomen liften andere planten mee of ze klimmen erlangs naar de top (zoals de gatenplant (Monstera)). Andere planten ontwikkelen de grootste bladeren of kruipen over de grond op zoek naar gaten waar licht door valt.
De woestijn is open, uitgestrekt en droog. Helemaal geen plek voor een kwetsbare plant, die leeft van water. En toch vind je in extreem droge gebieden en woestijnen allerlei planten. Zij hebben zich in de evolutie weten te ontwikkelen naar weerbarstige vormen die deze extreme omstandigheden kunnen weerstaan. Het weinige water dat er valt moeten de planten maximaal benutten. Dit resulteerde in de typische vormen en kleuren van woestijnplanten: de blauwgrijze waslaag om uv-licht te weren, de bladeren hebben plaatsgemaakt voor stekels en tot slot de dikkige, compacte vorm om water op te kunnen slaan en verdamping tegen te gaan.
In de woestijnen over de wereld lijken we dezelfde planten tegen te komen, maar dat zijn het niet. Ver weg van elkaar, op verschillende continenten en gescheiden door oceanen, hebben verschillende plantensoorten zich op een vergelijkbare manier aangepast aan droge omstandigheden. En zijn ze heel sterk op elkaar gaan lijken. ‘Convergente evolutie’ noemen we dat. Zij vonden eenzelfde aanpassing op het klimaat.
De Zuid-Afrikaanse Kaap is een dynamisch gebied waarin de wind altijd waait, waar branden woeden en de bodem arm is. In de Kaap zijn duidelijk merkbare seizoenen: droge, hete zomers afgewisseld door koele winters met veel regen. Het plantenrijk heeft zich hier aangepast aan die dynamiek. De soortenrijkdom is opvallend groot in de Kaap, een echte biodiversiteitshotspot. Dat komt onder meer door de grote variatie in leefplekken in de Kaap, van kust tot bergen, van rotskloven tot valleien. Met ieder eigen bodemtypes en leefomstandigheden. Daarbij is het klimaat in de Kaap – met zijn dynamiek- al miljoenen jaren stabiel. Zo konden planten steeds verder evolueren en stierven er nauwelijks soorten uit. Dit alles zorgt voor een ongelooflijk divers plantenrijk in de Kaap. Veel Kaapse soorten komen bovendien nergens anders ter wereld voor. Van de bijna 10.000 plantensoorten in de Kaap is ruim 65 procent endemisch, oftewel: deze planten komen van oorsprong alleen van Zuid-Afrika.
Bij de Hortus houden we van planten, hier in de tuin en in de klimaten waar ze oorspronkelijk vandaan komen. Om die plantenrijkdom wereldwijd te behouden, zijn we zuinig op de aarde. Een tropische kas warm houden kost veel energie. Dat willen we zo duurzaam mogelijk doen. Van de warmte die alle Hortusgebouwen nodig hebben, gaat 75 procent naar de Klimatenkas.
In 2017 maakten we al een grote verduurzamingsslag door de Hortus aan te sluiten op de restwarmte van het H’ART Museum. Daarmee konden we bijna 90 procent van ons gasverbruik besparen. Gezamenlijk behaalden we in de eerste jaren al een CO2-reductie van 2740 ton. Met het renoveren en isoleren van de Klimatenkas in 2025 hebben we ons energieverbruik met nog een 40 procent verminderd. Onze huidige CO2-uitstoot hebben we gereduceerd met 125 ton per jaar, evenveel als de uitstoot van zestien huishoudens.
Het is geen eenvoudige opgave. Een tropsiche kas heeft, zeker in de winter, hoge temperaturen nodig, en veel vocht.Maar dankzij geavanceerde technologieën – oa door een ETFE-dak te plaatsen, isolerende ramen en een bijzondere waterval- is het gelukt: de Klimatenkas wordt volledig zonder gas verwarmd.